Moedercentrum Maximina wil vrouwen stimuleren mee te doen in de maatschappij

De Limburger, 15 juni 2015

‘Dit is niet alleen voor de leuk’
De Donderberg verandert langzaam van probleemwijk naar ‘bruiswijk’, mede dankzij de inzet van de bewoners zelf. Vandaag: Moedercentrum Maximina. In het zaaltje zit een kleurrijk gezelschap dames over een tekst gebogen. Om beurten lezen ze een stukje voor. Je moet goed luisteren om het te kunnen volgen, want de uitspraak van onze taal is nog niet vlekkeloos. “Zijn er nog moeilijke woorden in dit stukje”, vraagt vrijwilligster Petra Beeren, die de taalles geeft. “Wat is een balie?”, willen de dames weten. Tja, hoe leg je dat nu uit. “Een toonbank”, probeert Beeren. “Een soort kast waar je dingen op toont. Kijk, ik toon mijn been”, verduidelijkt ze, terwijl ze haar zomerjurkje tot hilariteit van de vrouwen omhoog trekt. Er begint wat te dagen. ‘Ahhh montrer” vertaalt een donkere krullenkop in het Frans. Ze vindt de Nederlandse taal knap moeilijk. “Jullie hebben heel veel woorden die hetzelfde klinken maar helemaal weer iets anders betekenen.”

Taalles is één van de vele activiteiten in het Moedercentrum in de Donderberg. Maximina draait – op wekelijks tien uurtjes professionele ondersteuningna – louter op vrijwilligers, vertelt bestuursvoorzitter Liesbeth van Soest. Zo’n veertig dames verzorgen taallessen, naailes, kookles, buikdansles, draadjesles – alles met garen – en sportieve activiteiten als wandelen. Het Moedercentrum is bij uitstek de plek waar ook veel allochtone vrouwen actief zijn als vrijwilliger. Een Mexicaanse geeft Spaanse les; een Australische leert vrouwen buikdansen. De van oorsprong Somalische Salada, een elegante verschijning die haar witte tanden gul bloot lacht, zorgt als gastvrouw voor de koffie. Wekelijks bezoeken zo’n 160 vrouwen van meer dan dertig nationaliteiten het Moedercentrum om er één van de vele cursussen te volgen. “Dat is het eerste stapje naar het uiteindelijk doel”, legt van Soest uit. “dit is niet zomaar voor de leuk. Onze doelstelling is zorgen dat vrouwen tussen de muren van hun woning vandaan komen. Vervolgens proberen we hen te stimuleren een stukje verantwoordelijkheid te nemen door vrijwilliger te worden. zodat ze daarna eventueel door kunnen naar een baan.” Die doorstroming wordt jaarlijks nauwgezet in cijfers bijgehouden. Van Soest benadrukt dat het Moedercentrum niet alleen bedoeld is voor allochtone vrouwen. “Dat is nog altijd een hardnekkig misverstand. Autochtone vrouwen zijn net zo welkom. We willen juist die mix.”

In de toekomst wil Maximina meer naar buiten treden. Samenwerking met andere partijen zoeken. Zo gaan vrijwilligers na de zomer op de Vincent van Goghschool taalles geven aan moeders van scholieren en wordt samen met de multiculturele kookclub een moestuin aangelegd. Plannen zijn er legio. Een kinderopvang bij het Moedercentrum. Een moderne keuken waar fatsoenlijk gekookt kan worden. Het project ‘Dress for succes’, waarbij dames die gaan solliciteren een make-over krijgen. Om al die ambities waar te maken is er meer geld nodig – “misschien kan iemand ons helpen met crowdfunding”. En bovenal meer ruimte. Het huidige pand is zo klein dat er niet meer dan twee cursussen tegelijk plaats kunnen vinden. De deelnemers aan de naailes zitten noodgedwongen in de entree – “je breekt te nek over de kabels” – evenals het tweedehands winkeltje dat elke donderdagochtend de deuren opent. “Moet alles steeds opnieuw weer uitgestald en ingepakt worden.” Van Soest heeft haar hoop gevestigd op de gemeente, die het gebruik van een aantal panden aan de Donderbergweg onder de loep neemt. “We zijn hier écht uit ons jasje gegroeid.”

Gertie Driessen