De Limburger, 10 september 2014
Burgerparticipatie is in deze tijd van bezuinigen het toverwoord. Fatima Khalid en Nura Karaman runnen als vrijwilliger het goedkoopste tweedehands winkeltje.
Goedkoper kun je het nergens krijgen. Tweedehandskleding voor kinderen kosten 50 cent. Volwassen betalen een euro voor een broek, shirt, blouse of een paar schoenen. Het duurste zijn jassen: twee euro per stuk. “En dan nóg is er vaak discussie over de prijs”, meldt Fatima Khalid die samen met Nura Karaman het tweedehandswinkeltje in Moedercentrum Maximina in Roermond runt. “Voor minder kunnen we het echt niet wegdoen. De winkel is ook een inkomstenbron voor het Moedercentrum. Bovendien zijn de prijzen al afgestemd op de doelgroep.”
De doelgroep, dat zijn de buitenlandse vrouwen in de Donderberg die het Moedercentrum bezoeken. Zij hebben het niet breed. Moeten doorgaans rondkomen van een uitkering. Maar iedereen is welkom in het goedkoopste winkeltje van de verre regio, dat trouwens veel meer dan kleding verkoopt. Er liggen boeken, speelgoed, knuffels, tassen, glazen, kopjes. Zelfs een gouden kerstboom glittert tussen de dozen vol spullen, die samen met een volgepropte kinderwagen in een hoek staan. “Sorry, voor de rommel”, verontschuldigt Nura zich. “Die spullen hebben we net binnen gekregen. Moet ik nog sorteren”. Ze heeft het nog niet gezegd of de dames van de taalles, die koffiepauze hebben, storten zich op de net aangeleverde voorraad. Er wordt driftig gegraaid in de dozen. In allerlei talen klinkt commentaar. Een oudere mevrouw vist een grote, gifgroene tas tevoorschijn.
Tevreden loopt ze met haar buit naar het tafeltje, waar Fatima alle aankopen contant afrekent. Andere dames snuffelen tussen de rekken met kleding, die aan de zijkanten van de entreehal zijn opgesteld. “Die moeten we straks allemaal weer versjouwen. Eigenlijk zouden we een grotere, vaste ruimte moeten hebben”, verzucht Nura. “Dan konden we de spullen mooi uitstallen. Er echt iets leuks van maken.” Ondanks de provisorische manier waarop de twee vrijwilligers hun nering moeten runnen, wordt er goed verkocht. Bovendien heeft het winkeltje nog een ander functie, legt Lei Janssens van Wel.kom, de enige betaalde kracht in het Moedercentrum uit. Allochtone vrouwen over de drempel trekken, zodat ze contact maken met anderen. En als het even kan als vrijwilliger in het centrum aan de slag gaan. Om vervolgens met de opgedane vaardigheden de vleugels uit te slaan in de buitenwereld. Kortom, leren zelf verantwoordelijkheid en initiatief te nemen. Precies zoals de huidige participatiemaatschappij voorstaat.
Het winkeltje aan de Donderbergweg 34 is open op dinsdag en donderdag van 9.30 tot 15.15 uur.Gertie Driessen